We verlaten onze thermen zo rond de middag en bollen nog verder door het vulkaangebied. In Chili kijk je best een beetje uit welke route je neemt of je zit zo op de Pan Americana, een eentonige snelweg die de ene stad met de andere verbindt. We doen inkopen in Melipuco en bollen dan nog wat verder. Om een of andere toevallige reden belanden we weer op het erf van een boer, midden in de bergen, zo’n half uur rijden van het dichtsbijzijnde huis.
De volgende dag herstellen we eerst de koplamp van de 650, die is losgetrild en besluiten dan om dwars door het park Conguillio te rijden. Op de kaart staat een slechts piepklein paadje aangeduid.
Wanneer we een uurtje op weg zijn, komen we de parkwachters tegen. Met hun 4X4 in de gracht. We stoppen en vragen of ze hulp nodig hebben. Ja, of we misschien een trekkabel hebben? Neen, zeker? Ja, toch wel die hebben we. Stel je hun verbaasde gezichten voor, 2 motorrijders van de ander kant van de wereld, in de middle of nowere die hen hen uit de nood kunnen helpen. Na een paar pogingen krijgen we de pick-up vrij en dan is het onze beurt om verbaasd te zijn. In hun laadbak zit een jonge poema. Ze gaan hem vrijlaten in het natuurgebied.
Op het einde van onze rit picknicken we in het Mapuche-indianenreservaat en maken dan de rit af naar Lonquimay.
De koplamp van de F 650 is weer losgekomen, dus daar moeten we morgen een oplossing voor zien te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten